Vandaag weer vroeg de wekker gezet! Na een koude douche (we waren vergeten
de stroom op de geiser te zetten) en een snel ontbijt, worden we opgehaald door mr en mrs Alias met twee oldtimer busjes. Na een nogal heftige autorit naar hun woning net buiten de stad kregen we
allemaal een moutainbike tot onze beschikking. Er was nog een ander Nederlands gezin met twee jongens van twaalf en veertien en zo begonnen we aan onze fietstoer. Eerst kregen we nog uitleg over de
fiets en allemaal een fles met anderhalve liter water. Die zouden we wel nodig hebben!
We begonnen vrij rustig. We werden vergezeld door Bobby, de hond van mr Alias.
De eerste stop was bij een kleine plantage met rubberbomen. Iedere dag wordt een laagje van de boom afgeschraapt en wordt het rubber (latex) opgevangen in een bakje en verkocht. Mr Alias heeft van
het gedroogde rubber en de latex een prachtige stuiterbal gemaakt. Rubber is 1 van de belangrijkste exportproducten van Maleisie. Na een stukje verder gefietst te hebben kwamen we bij een kleine
palmbomen plantage. Ook palmolie is een belangrijk exportproduct van Maleisie. Bijna alles van de palmboom wordt gebruikt, de bladeren om bezems van te maken en de vruchten waar de olie uitgehaald
wordt om o.a. shampoo en badschuim van te maken. Toen we na de uitleg verder wilde fietsen, hadden we de eerste stukken aan een fiets. Het zadel van Jeroen zijn fiets was afgebroken en hij kon echt
niet meer verder. Terwijl 1 van de gidsen een ander zadel ging halen, konden wij nog even kijken hoe de vruchten van de palmbomen gerooid werden.
Daarna vervolgden we onze toer langs rijstvelden en rietsuikervelden. Bij de rijstvelden lagen nog wat verdwaalde kokosnoten en Tess vroeg aan mr. Alias of hij er eentje open kon maken, want er zat
echt kokosmelk in. Na een tijdje had hij de harde schil eraf en konden we allemaal een stukje kokos proeven. Colin en Kris probeerden met een oude kokosnoot een verse uit de boom te gooien. Na een
paar dappere pogingen kwam de kokosnoot helaas niet meer naar beneden en bleef boven in de boom hangen.
We fietsten verder over wat zand/grindpaden door de plantages en door kampongs (dit zijn een soort van kleine dorpjes waar groepjes mensen bij elkaar wonen). Na een sanitaire stop hadden we het
tweede pechgeval. De ketting van Colin lag van zijn fiets. Na een snelle reparatie konden we de tocht weer snel voortzetten.
Tegen het einde van de toer waren we twee gidsen kwijt. Bobby de hond was in een beekje achtergebleven voor een duik en de gidsen kregen hem er niet zo snel weer uit. Tegen twaalf uur eindigde de
fietstocht en na weer een heftige terugreis in de oldtimer busjes kwamen we weer veilig aan in het hotel.
Omdat we nogal hongerig waren hebben we weer geluncht in het restaurant aan de overkant van het hotel. Daarna zijn we weer naar Malaka gereden, omdat we gisteren nog maar een klein deel van de stad
gezien hadden.
Eerst hebben we een bezoek gebracht aan de Nederlands Hervormde Kerk op het plein en daarna zijn we naar sint Paul's Hill gelopen. Na een paar fotootjes gemaakt te hebben zijn we de Nederlandse
begraafplaats nog gaan bezoeken. Vandaaruit gingen we naar Porta de San Diago, ooit het begin van de stad.
Via de GPS hadden we een leuk terras gevonden aan het water waar we wat wilden gaan drinken. We liepen dwars door een mooi winkelcentrum waar we nog een ijsje namen, naar het terras. Helaas bleek
dit niet aan het water te liggen en was het een uitgestorven bedoeling daar. Toen zijn we maar teruggewandeld naar het terasje waar we de vorige dag hadden gezeten en hebben we weer een paar
heerlijke bukkets bier gedronken. En de kids ice lemon tea natuurlijk!
Na een tip van de serveerster zijn we gaan eten bij Kota Laksa Mana, een klein restaurantje langs de weg. We bestelden nasi goreng met sataj die vrij pittig was. Hierna wandelden we terug naar de
parkeerplaats en zijn we weer naar het hotel gereden.
Na nog even gezellig gekletst te hebben, werd de wekker weer vroeg gezet. Morgen hebben we een lange reisdag naar de Cameron Highlands. Het derde adres op onze trip door Maleisie!
